De organist
In 1961 kwam ik gelijk met mijn vriend Hans, die ik al van jongs af kende, naar Groningen om er te studeren. Eigenlijk wilde Hans dominee worden, maar voor die studie werd je niet toegelaten met een HBS-a-diploma. Hij begon aan iets waar hij niet helemaal achter stond, maar had nog steeds Plan A in gedachte. Hij ging zich daarom bijscholen in Latijn en Grieks.
![](/files/u2/organist_wk20-15.jpg)
Hans werd leraar Nederlands aan het Van Hall Instituut in Groningen. Zijn ambitie was dat niet helemaal. Een carrière als organist ook niet. Hij maakte de studie theologie af en werd (naast leraar) dominee in Noordwijk (bij Marum) waar hij jarenlang de pastorie bewoonde. Hij preekte ook elders, tot in Noordbroek. Maar, als dominee kon hij nog steeds niet helemaal zijn ei kwijt. Hij probeerde daarom een wat merkwaardige hobby op een wat hoger plan te tillen. In Nederland en Frankrijk was hij voortdurend op zoek geweest naar bijzondere grafstenen en tombes. Zo was hij geobsedeerd door een steen in Delft met “Ici repose LOUIS XVII” (hier rust Lodewijk XVII). De bijbehorende dode, die zich ook Carl Wilhelm Naundorff had genoemd, had bij hoog en laag beweerd de zoon te zijn van de laatste koning van Frankrijk, Lodewijk XVI, die in 1789 tijdens de Franse revolutie vermoord was met de rest van zijn familie plus heel veel edellieden. Alleen de kroonprins was zoek geraakt bij dat bloedbad. Hans dook de archieven in, schreef een lijvig verhaal waarin de claim op de Franse troon van deze Naundorff en nazaten op drijfzand kwam te staan. Vervolgens klopte hij aan bij de Universiteit van Groningen met de vraag of hij daarmee tot doctor in de Letteren kon promoveren. Dat gebeurde in 1995. Korte tijd later bleek dat het DNA van Naundorff inderdaad niets van doen had met dat van het Franse koningshuis. Ook dat onderzoek was op initiatief van Hans tot stand gekomen.
Hans (J.H. Petrie, 1943-2004) was een wandelende encyclopedie, veelzijdig, muzikaal en zeer onderhoudend met talloze verhalen en anekdotes. Hij kende veel aardige mensen, maar toch had hij moeite zijn leven te maken. In 2004 overleed hij onverwacht – alleen – na een korte ziekte. Anderhalve maand later zou hij de Kerst-nachtdienst in Noordbroek hebben geleid. Met medische hulp was het waarschijnlijk niet zo ver gekomen, maar hij wilde of kon die niet meer inroepen. Binnen een dag werd hij gevonden door vrienden. Hans werd gecremeerd. Hij liet geen steen of tombe na, en zelfs zijn schedel kan niet meer door een onbezonnen student worden gekaapt.
Johan van Rhijn