De eerste cafetaria

Als kind zijnde kocht je van je zakgeld tijdens de zomermaanden op de zaterdag of zondag een ijsje bij bakkerij Zeef. Ja ook op zondag want aan de zijkant van hun huis was een loketje met een bel en dan kwam vrouw Zeef er weer voor een dubbeltje aansloffen. Hoe vaak zou ze op een zonnige zondagmiddag heen en weer zijn gelopen...
Later kwam wekelijks op de zondagmiddag ijscowagen Veronica uit Groningen daar keek iedereen naar uit.
Ik herinner me nog die heerlijke toef ver-se slagroom op het ijsje en de niet te versmaden slagroomwafels. Maar die laatste waren meestal voor één van de ouders bestemd en kostten een kwartje.
Maar tijden veranderen en op den duur verdween de ijscowagen ook weer uit het straatbeeld. We kwamen in een tijdperk dat we in het weekend iets anders gingen nuttigen.
Op de hoek Hoofdstraat/Slochterweg was vele jaren één van de bekendste kroegen van het dorp gevestigd: Café Griever.
Het was een groot pand met daarachter een ruimte wat misschien ooit gediend had als stalling en later zo aangepast dat er af en toe activiteiten konden plaatsvinden. Mijn eerste eerste filmvoorstelling heb ik daar als kind meegemaakt; een zwart-wit film van Dik Trom, wat een belevenis!
Het dorp had ook een heuse toneelve-
reniging en daar vonden onder grote belangstelling de jaarlijkse uitvoeringen plaats. Men repeteerde ’s winters rond die grote kolenkachel en ik glipte er graag even binnen, want mijn nicht had ook een rol in de voorstelling. Ik vond toneel reuze interessant en had me heilig voorgenomen zelf eens op het toneel te staan.... als ik groot was. Helaas het is hem niet geworden.
Maar de spelers gingen soms zo op in hun spel dat ze bij een droevige scène er zelf om moesten huilen!
Maar zoals ik al schreef; tijden veranderen en ook die activiteiten verdwenen.
Wat ook veranderde was onze snack- en eetgewoonte. Langzamerhand veroverden cafetaria's ons land en ook ons dorp kon niet achterblijven. Herinnert u zich nog die uitbouw van café Griever aan de kant van de Hoofdstraat? Nou daar vond de geboorte van onze eerste cafetaria plaats.
Ik zie haar nog staan; vrouw Griever met één hand in de zij en in de andere die groene emaille schuimspaan boven die dampende oliepannen op een tweepitsgastoestel met daarin vrolijk spetterende frieten, kroketten, frikandellen en de niet te versmaden... eierballen!!
Door de warmte liep soms het water van de ramen, maar dat deerde je niet; je kwam voor je “puutje petat”of een andere versnapering.
Vandaag de dag moet eerst alles tot in den treure aangevraagd en beoordeeld worden en dan die doorgeschoten hygiëneregels etc. maar toen bakte men lekker voor het vaderland weg.
Ik kan zeggen; wij dorpelingen zijn er niet minder van geworden.
Een zakje patat met mosterd kostte een kwartje, met mayo een duppie meer en een kroket of frikandel kostte ook een kwartje.
Hoe handig vulde ze met die grote schuimspaan de zakjes patat en dus was de tijd definitief aangebroken dat het wekelijkse ijsje op zaterdag of zondag werd vervangen door wat lekkers van vrouw Griever.
Het hele dorp heeft jarenlang genoten van al die lekkere dingen uit vrouw Griever's oliepannen.
En wat te denken van de kroegtijgers die daar op de zaterdagmiddag hun wekelijkse borrel(s) haalden en steevast ook iets te smullen bestelden. Dat deden ze gewoon bij kroegbaas Gradus die de bestelling aan z'n vrouw doorgaf.
Maar ook die tijden zijn veranderd, de kroeg annex cafetaria bestaat allang niet meer zoals zoveel is veranderd in en rond het dorp. Koesteren dus die herinneringen!

JP